Adem in, adem uit
We ademen lucht met zuurstof in en ademen koolstofdioxide uit. Zuurstof in, koolstofdioxide uit. O2 in, CO2 uit
Het koolstofdioxide in onze uitademingslucht vervuilt onze leefomgeving. We verzieken de boel zelf. Dat is wel vaker het geval, maar nu gaat het wel heel direct. Het is niet zo dat we een auto aanzetten en met de uitlaatgassen de luchtkwaliteit verslechteren. Het is ook geen fabriek die bij het bouwen van de door ons benodigde producten bodem, water en lucht verpest. In het geval van koolstofdioxide zijn wij zelf de blootstellingsbron.
Meestal is er op de plek waar we uitademen genoeg verse lucht om het CO2-gehalte te verdunnen en is er niets aan de hand. Dat wordt anders als we met veel te veel mensen in een muf kantoor zitten. Dan stijgt de concentratie koolstofdioxide, waardoor we gaan gapen, ons hoofd uit elkaar lijkt te barsten en geconcentreerd werken steeds lastiger wordt.
Het door ons uitgeademende koolstofdioxide is de reden dat we kantoren, vergaderzalen en lesruimten goed willen ventileren. Tegenwoordig hebben we er een reden bijgekregen. Nu gebruiken we het CO2-gehalte ook als marker. Als er te veel koolstofdioxide in de lucht zit, is de ventilatie aantoonbaar slecht en hebben we mogelijk een verhoogde kans op gemene virusbesmettingen.
Zoals gezegd ben je bij koolstofdioxide een gevaar voor jezelf. Jij bent een bron van gevaarlijke stoffen. Natuurlijk zijn er meer koolstofdioxidebronnen. Eentje die ik zelf pas na het lezen van een recent nieuwsbericht leerde kennen, is fruit. Bij vergisting van fruit komt ook koolstofdioxide vrij. Een Italiaanse familie ondervond dat aan den lijve. Vijf familieleden wilden hun zelf gebrouwen wijn in vaten doen om er de rest van het jaar van te kunnen genieten. Ze daalden af naar de wijnkelder en gingen aan de slag. Het gas dat uit de wijn borrelde, was zwaarder dan lucht, hoopte zich op in de laaggelegen delen van de kelder en verdrong de aanwezige zuurstof. Doordat er geen CO2-melder of zuurstofmonitor aanwezig was, had de familie te laat door had dat er iets aan de hand was. Eén oom viel letterlijk om. Familieleden schoten hem te hulp. Uiteindelijk kwamen twee broers, hun zwager en zijn zoon om het leven.
En zo leert koolstofdioxide ons dat een mogelijk probleem pas een echt probleem wordt als de blootstelling voldoende hoog is. Buiten in het bos is jouw uitgeademde koolstofdioxide geen probleem: er is wel een gevaar, maar geen risico. In een muf kantoor vormt diezelfde uitademingslucht een matig risico. Maar koolstofdioxide dat uitgespuugd wordt door een gistend wijnvat in een ongeventileerde kelder is een zeer groot risico.
Daarmee komen we tot de moraal van dit verhaal: zolang er alleen een gevaar is, maar geen risico, kunnen we rustig doorademen.
Foto: Tim Foster via Unsplash