Het spel en de knikkers

Mijn jongste was verdrietig. Diepverdrietig zoals je dat kunt zijn als het leven echt even niet leuk is.

‘Krijgt iedereen die ziekte,’ vroeg hij met een betraand gezicht. ‘Niet iedereen, maar wel veel mensen. Eèn op de vier bejaarden.’ ‘Dat snap ik niet.’ Negen, aan het begin van breuken en ver voor de statistiek. ‘Stel je hebt een bak met 100 knikkers; 25 zwarte en 75 witte. De kans dat je die ziekte krijgt, is net zo groot als de kans dat je een zwarte knikker pakt.’ ‘Dan leg je de zwarte toch onderaan en pak je alleen van de bovenkant.’ Ik hou van zijn hoofd, maar helaas, zo werkt dat niet. ‘We schudden alle knikkers door elkaar en pakken met dichte ogen.’

De theoretische uitleg aan het snikkende manneke in mijn armen, deed me denken aan de statistiek die we gebruiken bij kankerverwekkende stoffen zonder veilige drempelwaarde. Geen blootstelling is veilig. De kleinste blootstelling geeft zwarte knikkers. Hoe hoger de blootstelling, hoe meer zwarte knikkers. Hoe vaker blootgesteld, hoe vaker je een knikker moet pakken.

Dan willen we dus geen blootstelling, zou je zeggen. Maar geen blootstelling is niet altijd mogelijk. Roestvrijstaal vinden we onmisbaar op plekken met agressieve stoffen of bij processen waar je echt geen roest wilt. Maar bij het lassen van RVS komt Chroom VI vrij. Mensen met kanker genezen we met cytostatica. Medicijnen die wrang genoeg zelf ook weer kanker kunnen veroorzaken. Asbest zit historisch in daken, kitten, brandwerende muren en zo voort en zo verder. Daar hebben we mee te dealen.

Nul blootstelling kan niet altijd of willen we niet altijd. De voordelen wegen op tegen de nadelen. Maar hoeveel nadeel vinden we acceptabel? Voor deze stoffen hebben we met z’n allen afgesproken dat het extra risico tijdens een werkleven (40 jaar) nooit groter mag zijn dan vier maal tien min drie. Per werkjaar komt dat overeen met één maal tien min vier.
‘Dat snap ik niet.’

We vinden het acceptabel als het werk per jaar één extra zwarte knikker toevoegt aan een bak van 10.000 knikkers. Misschien zitten er meer zwarte knikkers in doordat er meer oorzaken zijn van de ziekte; milieuvervuiling, roken, genetische afwijkingen. Maar het werken met die stof mag maar één zwart knikkertje extra in de redelijk grote bak gooien. Dat is acceptabel. Vinden wij, met zijn allen. Zeker als je van een afstandje naar die bak kijkt.

Ik trek mijn schatje nog wat dichter tegen me aan. Hij en ik ontroostbaar om de zwarte knikker die binnen de familie is gevallen. En ik kan je vertellen, met een zwarte knikker in handen van jou of je dierbaren, kan heel die statistiek je volledig gestolen worden.

Eén maal tien min vier. Ik kan het uitleggen, maar ik snap het niet.

Gepubliceerd in Vakblad Arbo nummer 11 2018, Vakmedianet – Het spel en de knikkers

Photocredit: iStock – Bronwyn8

Blader door de blogs:

10 november 2018
Tamara Onos