De vis wordt duur betaald

‘Toch mooi hoe dat werkt met evolutie,’ appte mijn broer. ‘De vis hoeft niet meer afgedroogd te worden en de pan heeft geen anti-aanbaklaag nodig.’ Ik grinnikte, terwijl de bijbehorende krantenkop om te janken was. ‘PFAS-gehalte in vis uit Westerschelde is gigantisch’.

 

PFAS was een juich-ontdekking in de jaren vijftig. Een groep vergelijkbare stoffen met handige eigenschappen. PFAS bracht pannen met een anti-aanbaklaag, waterafstotende maar ademende kleding en heel effectief blusschuim.
Inmiddels weten we dat deze wonderstoffen toxisch zijn, zich makkelijk verspreiden, maar nauwelijks afbreken, waardoor we ze tegenkomen in de bodem, (drink)water en voedingsmiddelen. Het gejuich is verstomd.

Innovatie is prachtig

Toch gaan we onverminderd door met het uitvinden, produceren en in gebruik nemen van nieuwe stoffen. Innovatie is prachtig, maar snel toepassen is best link. Directe gezondheidseffecten kunnen we relatief vlot achterhalen, maar lange termijneffecten op mens en milieu hebben we minder snel in kaart gebracht.

Rabarberrabarberrabarber

Stel nu dat je rabarber hebt geoogst. Je buurvrouw geeft je een potje met wit poeder en zegt dat je voor lekkere moes naast 750 gram rabarber en 250 gram suiker ook een theelepel van dit poeder moet toevoegen, ‘zodat je dat rare gevoel aan je tanden niet krijgt’. Zou je het toevoegen als je niet weet wat het is? Als het kalk is, neutraliseert het oxaalzuur uit de rabarber en is het nog gezonder ook. Maar wat als het arsenicum is? Weet jij veel of ze genoeg heeft van jouw drumsessies.

Kom maar door

In bedrijven zie je soortgelijke situaties. Er worden producten gebruikt waarvan we een keurig veiligheidsinformatieblad hebben inclusief samenstelling, maar sommige  componenten vinden we in geen enkel databestand terug. Geen informatie over chemische eigenschappen, maar ook niet over de gevaarseigenschappen. Meestal wordt dat product al jaren gebruikt. ‘Kom maar door met dat potje, buuf.’

Keuzes

Of je onbekende stoffen toepast, hangt ook af van de noodzaak en voordelen ervan. Als ik een terminale vorm van kanker zou hebben, mag je van mij elk experimenteel medicijn naar binnen pompen, ook al kan ik de gevolgen niet overzien. Niets doen is in ieder geval funest.
Deels snap ik dat bij asbest destijds de gok is genomen. Brandwerende panelen in schoorstenen die de grootste oorzaak waren van dodelijke woningbranden? Laten we het maar proberen. Kitten die met asbestvezels lekkerder werken? Mwah, misschien even afwachten tot we meer weten over de nadelen. Blijven produceren terwijl je de ernstige gezondheidseffecten inmiddels kent? Onbegrijpelijk en ontoelaatbaar.

Guilty until proven innocent

Het probleem is niet alleen dat we de effecten niet kennen, het is ook dat de leverancier kiest voor een ander. Dat witte poeder wordt bij de rabarber gekieperd, of je nu wilt of niet. Ons systeem laat toe dat stoffen met onbekende eigenschappen worden toegepast.
In een artikel van de Correspondent pleit milieuchemicus De Wit voor het concept ‘Guilty until proven innocent’. Eens. Hoewel ik een escape wel handig vind. Als het water ons echt tot de lippen komt, wil je stoffen misschien toch introduceren. Maar dan moet je de keuze wel maken als maatschappij, met wetenschappers en met ethici samen. Samen afwegen of we de gok willen nemen. Hoe belangrijk is waterafstotende regenkleding als het kan leiden tot giftige vis?

 

Meer informatie:
‘PFAS-gehalte in vis uit Westerschelde is gigantisch’ | PFAS Westerschelde | pzc.nl

Slecht nieuws: er is te veel chemie onder de mensen – De Correspondent

PFAS | RIVM

Eerder, in verkorte vorm, gepubliceerd in het Vakblad Arbo

Photocredit: John Salzarulo | Unsplash.com

Blader door de blogs:

21 maart 2022
Tamara Onos